Variatie nummer 6: verbeterd kantelmechanisme op trike-achterstuk.
|
|
|
Het standaard trike-achterstuk bevat een kogelscharnier dat een dubbele funktie heeft.
Het heet daarom het duschar (DUbbel SCHARnier)-principe.
Het scharniert vertikaal om vering mogelijk te maken, en daarnaast kan het kantelen om de lengte-as om kanteling van de fiets t.o.v. het
achterstuk mogelijk te maken.
Dit kantelen heeft een paar grote voordelen:
- Als je met een redelijk tempo door een bocht rijdt, kun je mee-hellen in de bocht om te voorkomen dat je uit de bocht vliegt;
- Als je scheef een stoepje af rijdt word je niet van links naar rechts geslingerd;
- Een hobbel onder één achterwiel wordt maar voor de helft doorgegeven aan de berijder, omdat het hoogteverschil
vereffend wordt door het andere wiel.
Maar er zijn wel een paar kanttekeningen te maken bij dit kantelsysteem:
Het achterstuk (de bagagebak) kantelt niet mee, en het is ook niet geveerd. Dat betekent:
- Dat de achterwielen een zware zijdelingse belasting te verwerken krijgen in de bochten;
- De bagage in de bak rammelt behoorlijk (oppassen als je 500 eieren vervoert!);
- In een bocht helt de bak niet mee, waardoor het - zeker als er zware bagage in ligt -
de neiging heeft om naar de buitenbocht toe om te kiepen.
Dit laatste punt heeft me één keer een lelijke valpartij opgeleverd:
Ik reed met een baal met 50 kilo tarwe in een bocht naar rechts. Door het centrifugale effekt wilde de bagage naar links.
Maar ook mijn eigen gewicht drukte via het kantelscharnier de bak naar links.
Deze krachten samen waren op dat moment groot genoeg om de bak om te kiepen, waardoor ik een onvrijwillig luchtreisje maakte.
Dit zette me aan het denken. Hoe kun je dit voorkomen?
- Natuurlijk zou je de bak flink kunnen verbreden. Maar ik wilde juist een smal bakje om makkelijk tussen paaltjes door te kunnen rijden,
om naast elkaar te kunnen fietsen, etc.
- Het zwaartepunt van de bak zou kunnen worden verlaagd. Dat heb ik inmiddels gedaan doordat de stang uit de bak verdwenen is,
zodat grote zware lasten lager kunnen liggen.
- Het aangrijpingspunt van het kantelmechanisme moest worden verlaagd.
Het verlagen van het aangrijpingspunt van het kantelmechanisme,
heb ik gedaan door de dubbele werking van het duschar-systeem uiteen te halen.
Op de detail-opname hiernaast is te zien, hoe. Het veer-gedeelte werkt nu op dezelfde manier als bij de bike;
het kantelmechanisme zit een stuk lager (plm. 17 cm. boven de grond)
en is gemaakt met een zelfde type as als welke voor het sturen gebruikt wordt.
Van achteren ziet het er zó uit:
Op het plaatje hieronder is het voordeel daarvan verduidelijkt:
Het linker plaatje is het systeem van de standaard Flevo-trike. Het kantelpunt (blauwe stip) zit vrij hoog.
Op het rechter plaatje is het verlaagde kantelpunt gebruikt.
De truuk hiervan is, dat bij een zelfde kanteling in de bocht, de resulterende kracht ten gevolge van het gewicht van de berijder (blauwe pijl)
dan veel meer midden tussen beide achterwielen terecht komt (afstand 'B' is veel groter dan 'A'.).
In de ideale situatie zou het draaipunt op de grond moeten liggen:
De blauwe pijl komt dan altijd precies midden tussen beide achterwielen uit.
(Dit is de situatie zoals die bij de bike voor komt! Je zou bij het rijden niet kunnen voelen of je op een bike of een trike rijdt.)